lentejas

Lentejas

Opeens is hij er: de dag dat je winterjas onaangenaam warm voelt. Je rug voelt plakkerig, zelfs met rits los krijg je niet genoeg zuurstof. Het is lente, en de lente vraagt om een lentejas. Een NIEUWE lentejas. Tenminste, tegenwoordig. Vroeger niet. Vroeger had je twee jassen: een zomerjas en een winterjas. Dat was voldoende. En wanneer je een nieuwe jas kreeg, was niet afhankelijk van de mode, een shopping-spree van je moeder of de eerste warme dag, maar van het simpele feit of je zus uit de hare was gegroeid. In mijn geval dan. Als gevolg van dit trauma hangen er aan mijn kapstok voor elk seizoen én voor elk tussenseizoen minstens drie jassen. Toch had ik dit jaar last van een heuse crisis toen ik op jacht ging naar die nieuwe, felbegeerde lentejas.

Dat komt zo: je kiest een moment. Een dag waarop het gaat gebeuren. Waarop het MOET gebeuren; het scoren van die perfecte lentejas. Je zuurverdiende ZZP-geld brandt in je zak en je adrenaline begint al lekker te borrelen als je de voordeur dichttrekt. Maar dan. Winkel in, winkel uit. Waar hangen in hemelsnaam de jassen? Niet bij elkaar, onder de ‘J’ van jassen of desnoods de ‘L’ van lente, nee, door elkaar in de winkel, op kleur. Op KLEUR!! Oftewel; je moet alle winkels helemaal doorspitten, niet even een snelle scan in het hoekje ‘Jassen’, nee, een fokking full filiaal search. En dan blijkt dat je gekozen shopmoment een woensdagmiddag is, waarbij je je een weg moet banen tussen zestienjarige zakgeldschaapjes en hese hockeymoeders met jengelende kleuter en/of volgestouwde Bugaboo-terreinwagen. En dat in die toch al veel te warme winterjas. De hel, dat zijn de anderen.

Als je dan ergens al een hoekje lentejassen vindt, “op kleur”, is het zwart, grijs of donkergroen. Of je treft de verschrikkelijke ‘Trenchcoat’. Inderdaad, zo’n oersaaie leverkleurige potloodventerjas, het toonbeeld van volgzame veiligheid, waar menig modeblad over gilt dat het de ‘must-have’ van het seizoen is. Flikker toch op met je Trenchcoat. Ik must-have helemaal niks, en al helemaal niet zo’n Baantjer-badjas. Kan het nog saaier? Zelfs een Komo vuilniszak getuigt van meer lef dan de tuttige Trenchcoat. Trench, is dat niet een loopgraaf? Een jas van soldaten in oorlogstijd? Precies. Mag het iets gezelliger, dank u. En als we dan toch bezig zijn: waarom is 85% van de lente- of zomerjassen in kleuren die passen bij depressie, Valiumverslaving of dwangbuispatiënten? Alsof we met z’n allen willen uitstralen dat je beste tijd geweest is en dat daarom alleen jassen voor kinderen tot 15 jaar in vrolijke kleuren komen? Oké, kleurrijke jassen vind je ook bij de Bever en de ANWB, maar dan weer in modelletje ‘praktisch voor tijdens het wandelen’ en dan moet je ook gelijk een pittig kort kapsel met scheve snit en/of gekleurde lok. Nee, ik wil gewoon een stijlvolle, vrouwelijke, zachte, gekleurde lentejas. Mooi getailleerd, origineel afgewerkt en bij voorkeur onder de 200 euro. Oké? Oké.

Dream on. Uit een boycot voor alles wat donker en fantasieloos moet doorgaan voor ‘lentejas’, loop ik dan voorlopig wel in een te warme winterjas. Er zijn grenzen.



Lentejas

Opeens is hij er: de dag dat je winterjas onaangenaam warm voelt. Je rug voelt plakkerig, zelfs met rits los krijg je niet genoeg zuurstof. Het is lente, en de lente vraagt om een lentejas. Een NIEUWE lentejas. Tenminste, tegenwoordig. Vroeger niet. Vroeger had je twee jassen: een zomerjas en een winterjas. Dat was voldoende. En wanneer je een nieuwe jas kreeg, was niet afhankelijk van de mode, een shopping-spree van je moeder of de eerste warme dag, maar van het simpele feit of je zus uit de hare was gegroeid. In mijn geval dan. Als gevolg van dit trauma hangen er aan mijn kapstok voor elk seizoen én voor elk tussenseizoen minstens drie jassen. Toch had ik dit jaar last van een heuse crisis toen ik op jacht ging naar die nieuwe, felbegeerde lentejas.

Dat komt zo: je kiest een moment. Een dag waarop het gaat gebeuren. Waarop het MOET gebeuren; het scoren van die perfecte lentejas. Je zuurverdiende ZZP-geld brandt in je zak en je adrenaline begint al lekker te borrelen als je de voordeur dichttrekt. Maar dan. Winkel in, winkel uit. Waar hangen in hemelsnaam de jassen? Niet bij elkaar, onder de ‘J’ van jassen of desnoods de ‘L’ van lente, nee, door elkaar in de winkel, op kleur. Op KLEUR!! Oftewel; je moet alle winkels helemaal doorspitten, niet even een snelle scan in het hoekje ‘Jassen’, nee, een fokking full filiaal search. En dan blijkt dat je gekozen shopmoment een woensdagmiddag is, waarbij je je een weg moet banen tussen zestienjarige zakgeldschaapjes en hese hockeymoeders met jengelende kleuter en/of volgestouwde Bugaboo-terreinwagen. En dat in die toch al veel te warme winterjas. De hel, dat zijn de anderen.

Als je dan ergens al een hoekje lentejassen vindt, “op kleur”, is het zwart, grijs of donkergroen. Of je treft de verschrikkelijke ‘Trenchcoat’. Inderdaad, zo’n oersaaie leverkleurige potloodventerjas, het toonbeeld van volgzame veiligheid, waar menig modeblad over gilt dat het de ‘must-have’ van het seizoen is. Flikker toch op met je Trenchcoat. Ik must-have helemaal niks, en al helemaal niet zo’n Baantjer-badjas. Kan het nog saaier? Zelfs een Komo vuilniszak getuigt van meer lef dan de tuttige Trenchcoat. Trench, is dat niet een loopgraaf? Een jas van soldaten in oorlogstijd? Precies. Mag het iets gezelliger, dank u. En als we dan toch bezig zijn: waarom is 85% van de lente- of zomerjassen in kleuren die passen bij depressie, Valiumverslaving of dwangbuispatiënten? Alsof we met z’n allen willen uitstralen dat je beste tijd geweest is en dat daarom alleen jassen voor kinderen tot 15 jaar in vrolijke kleuren komen? Oké, kleurrijke jassen vind je ook bij de Bever en de ANWB, maar dan weer in modelletje ‘praktisch voor tijdens het wandelen’ en dan moet je ook gelijk een pittig kort kapsel met scheve snit en/of gekleurde lok. Nee, ik wil gewoon een stijlvolle, vrouwelijke, zachte, gekleurde lentejas. Mooi getailleerd, origineel afgewerkt en bij voorkeur onder de 200 euro. Oké? Oké.

Dream on. Uit een boycot voor alles wat donker en fantasieloos moet doorgaan voor ‘lentejas’, loop ik dan voorlopig wel in een te warme winterjas. Er zijn grenzen.